Soorten klimaten

 

(Gematigd) zeeklimaat:

Een zeeklimaat vind je o.a. in Nederland. Kenmerkend zijn de koele zomers en zachte winters met maar kleine temperatuur verschillen. Dit komt door de zee. De temperatuur van de zee wordt via de wind meegenomen landinwaarts. Ook is er het hele jaar door neerslag. Het is een goed klimaat om in te wonen en heel geschikt voor landbouw. Je vind in dit klimaat voornamelijk bladverliezende loofbomen.

 

 

Landklimaat:

Dit klimaat vindt je alleen maar op het noordelijk halfrond o.a. in Canada en Rusland. Er is heel weinig invloed van de zee waardoor er hele warme zomers zijn en hele koude winters met sneeuw. Het landklimaat heeft daarom dus grote temperatuur verschillen. Er valt het hele jaar door regenslag maar vooral in de zomer. Wonen en landbouw is goed mogelijk. In dit klimaat groeien naaldbomen, die blijven het hele jaar groen.

 

Poolklimaat:

Het poolklimaat komt voor op de noordpool, zuidpool en in Groenland. Ook sommige delen in de Alpen en de Himalaya. Het is er meestal het hele jaar door onder de nul graden, waardoor er niet echt seizoenen zijn. Er is weinig neerslag maar er valt wel vaak sneeuw. Dat noemen ze eeuwige sneeuw omdat het bijna niet smelt. De grond is vaak het hele jaar bevroren (permafrost) waardoor er vrijwel geen planten/bomen groeien en er bijna geen mensen wonen. Met de grond is geen landbouw mogelijk.

 

Hooggebergteklimaat:

Het hooggebergteklimaat heerst zoals de naam al zegt in hooggebergten. In deze gebieden is het een groot deel van het jaar onder 0 graden en valt weinig neerslag, maar wel veel sneeuw. Het is er bijna het hele jaar bevroren en bedekt met eeuwige sneeuw en ijs. Op deze plekken is geen bomengroei meer. En ook hier wonen zo goed als geen mensen en landbouw is vrijwel onmogelijk.

 

Toendraklimaat:

Het toendraklimaat heerst op de toendra, in de noordpoolcirkel en in berggebieden. Het is er iets minder koud en er valt minder neerslag (voornamelijk sneeuw) dan in het pool- en hooggebergteklimaat. Het hele jaar door blijft de temperatuur onder de 10 graden. De grond is vaak bevroren. Maar er is wel plantengroei die grotendeels bestaat uit vetplantjes. Er wonen weinig mensen en het is heel onvruchtbaar land.

 

Woestijnklimaat:

Het woestijnklimaat komt voornamelijk voor in de woestijn. Het is er heel droog met weinig neerslag. Er zijn grote temperatuursverschillen tussen dag en nacht. De grond is dor en droog. Er is weinig begroeiing. Je vindt er struiken en sterke planten die lang zonder water kunnen. Het is heel dunbevolkt vanwege de onprettige leefomstandigheden. Er is geen landbouw.

 

Steppeklimaat:

Het steppeklimaat is te vinden in Marokko, Mexico, Zuid-Afrika, Argentinie, Australië en de VS. Het ligt tussen het tropisch regenwoudklimaat en het woestijnklimaat. Ook hier is het heel droog met weinig neerslag. Er groeit niet heel veel. Het is er het hele jaar boven de 18 graden. Er wonen niet heel veel mensen.


Savanneklimaat:

Er liggen tussen de evenaar en  de keerkringen gebieden met een savanneklimaat.  Het is er een deel van het jaar nat en warm. In het andere deel van het jaar is het droog en heet. Hier is geen woestijn of oerwoud. Het is de savanne, de savanne is een grote grasvlakte met wat bomen en was struiken die er hier en daar staan.

 

 

Tropisch klimaat:

Een tropisch klimaat is een nat klimaat. Er valt veel regen als de zon op haar hoogste punt staat (dus in de zomer). Het is dan ook heel warm ongeveer 35 ºC tot 45 ºC. In de andere seizoenen (winter, herfst & lente) is de temperatuur erg aangenaam, het is dan 20 ºC tot 25 ºC. Vooral in het najaar is er grote kans op orkanen en soms ook hele zware. In de dichtbegroeide gebieden groeien ook heel bijzondere plantsoorten en nog eens heel erg veel bomen. Deze gebieden worden ook wel eens “de longen van de aarde” genoemd. Dit komt omdat er heel veel zuurstof wordt geproduceerd door al deze planten en bomen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb